De recente verkiezing van Eric Adams tot burgemeester van New York City bracht hernieuwde aandacht voor het label ‘democratisch socialist’, vooral omdat zijn tegenstander, Maya Wiley, het tijdens haar campagne trots gebruikte. Deze term kan verwarrend zijn en nieuwsgierigheid en discussie oproepen, afhankelijk van aan wie je het vraagt. Wat betekent het nu precies om een ​​democratische socialist te zijn?

In de kern combineert het democratisch socialisme principes van democratie met een socialistisch economisch systeem. In tegenstelling tot autoritaire vormen van socialisme die de macht binnen de staat centraliseren, geloven democratische socialisten in het versterken van de macht aan de basis door collectieve actie en democratische controle over de economie.

Deze ideologie raakt vaak verweven met de sociaaldemocratie, maar er zijn belangrijke verschillen. Sociaal-democratische partijen, prominent aanwezig in West-Europa en de Scandinavische landen, opereren binnen een kapitalistisch raamwerk en pleiten tegelijkertijd voor robuuste verzorgingsstaten. Deze staten bieden doorgaans universele gezondheidszorg, gratis openbaar onderwijs en kunnen zelfs staatseigendom van cruciale industrieën inhouden – denk aan de door de staat gecontroleerde olie-industrie van Noorwegen, die zijn uitgebreide sociale programma’s financiert.

Democratische socialisten beschouwen kapitalisme en socialisme echter als inherent onverenigbaar. Hoewel ze vaak binnen bestaande systemen werken om veranderingen teweeg te brengen, streven velen uiteindelijk naar een geleidelijke overgang naar een socialistische samenleving via democratische processen. Dit betekent dat er moet worden aangedrongen op een einde aan het particuliere eigendom van belangrijke industrieën en dat de democratische planning in de economie moet worden uitgebreid.

De Democratische Socialisten van Amerika (DSA) is een voorbeeld van deze aanpak. De DSA benadrukt het openbaar toegankelijk maken van essentiële diensten – pleiten voor gezondheidszorg voor één betaler (“Medicare for All”), het uitbreiden van de volkshuisvesting en het onder publieke controle brengen van het elektriciteitsnet. Hun nationale politieke commissie coördineert de beleidsinspanningen in de verschillende hoofdstukken. DSA-leden streven ernaar het socialisme te bereiken, niet door middel van revolutie, maar door kiezers te mobiliseren en zich op basisniveau te organiseren.

Zij zijn voorstander van een multiraciale arbeidersklasse die verenigd is tegen wat zij zien als de uitbuitende kapitalistische klasse. De kern van hun visie ligt in de economische democratie, waar beslissingen over werk en productie de behoeften van de gemeenschap weerspiegelen in plaats van de bedrijfswinsten. Dit vertaalt zich in steun voor het zelfbestuur van werknemers en verzet tegen particuliere entiteiten die profiteren van publieke middelen.

Het democratisch socialisme kwam voort uit een reformistische socialistische traditie en won aan het einde van de 20e eeuw aan kracht als alternatief voor zowel het onbelemmerde kapitalisme als het rigide staatssocialisme. De DSA is de grootste socialistische organisatie in de VS geworden en kent een aanzienlijke groei onder jonge kiezers en stedelijke bevolkingsgroepen zoals die in New York City.

De New Yorkse afdeling van de DSA heeft een cruciale rol gespeeld bij de verkiezing van verschillende succesvolle democratisch-socialistische kandidaten, en heeft aangetoond hoe mobilisatie van de basis gevestigde politieke structuren kan uitdagen. Hun werk aan campagnes die pleiten voor gerechtigheid op het gebied van huisvesting, arbeidsrechten en de Green New Deal benadrukt hun inzet voor het creëren van systemische verandering.

Critici, waaronder economen en enkele centristische democraten, beweren dat het uitbreiden van de controle van de overheid over industrieën innovatie zou kunnen belemmeren en tot economische inefficiëntie zou kunnen leiden. Ze wijzen op historische voorbeelden van socialistische commando-economieën die worstelen met stagnatie en slechte prestaties. Anderen beweren dat het omarmen van socialistische ideeën politiek schadelijk en buitensporig radicaal is.

Ondanks deze kritiek benadrukken hedendaagse democratische socialisten de tekortkomingen van het kapitalisme bij het voorzien in basisbehoeften en doen ze een beroep op de belofte van economische democratie als een eerlijker alternatief. Politieke wetenschappers merken op dat het label ‘democratisch socialistisch’ sterker weerklinkt als het aan specifieke beleidsdoelen wordt gekoppeld dan als het strikt ideologisch wordt nageleefd.

Uiteindelijk zien de meeste moderne democratische socialisten hun raamwerk als een raamwerk dat burgerlijke vrijheden beschermt, democratische besluitvorming verdedigt en probeert de macht te herverdelen, weg van de elites naar de werkende mensen. Door electorale overwinningen en basisorganisaties streven ze ernaar een democratische republiek op te bouwen die prioriteit geeft aan de behoeften van velen boven de belangen van enkelen.

попередня статтяTeeing Off at Terror: The World’s Most Demanding Golf Courses